Wanneer spreekt men van een oude hond? Ouderdom kan heel verschillend zijn. Sommige honden zijn pas oud op 13-15 jaar leeftijd en andere kunnen na 5 jaar als oud aanzien worden. Kleine rassen leven vaak langer dan grote rassen maar veroudering is voor ieder dier anders.
Gelukkig is er een evolutie in dierengeneeskunde waardoor honden nu ouder worden dan ooit. Toch moeten we ervan bewust zijn dat een hogere of oudere leeftijd ook een groter risico meebrengt op ziektes en aandoeningen.
Een oude hond kan volgende effecten ondergaan:
- Minder zien
- Minder horen
- Minder proeven
- Minder ruiken
- Trager reageren (hierdoor kunnen ze minder actief worden)
- Vaker last van infecties
- Minder snel genezen
- Onzindelijkheid
- Nierproblemen
- Dementie
Met een oude hond breng je best 2 maal per jaar een controlebezoek bij de dierenarts om tijdig alle kwaaltjes op te sporen en te behandelen.
Hierbij zal je heel wat vragen krijgen over de mogelijke veranderingen bij je huisdier.
Naargelang de opgelopen kwaaltjes of aandoeningen zal je dierenarts de juiste behandeling of opvoeding voorschrijven. Dit kan een mengeling zijn van medicijnen, oefeningen of aanpassing van materialen zoals een nieuwe slaapplaats, voederbakken,…
Voor oude honden is het beter om ook hun voeding aan te passen doordat ze vaak minder gaan bewegen en meer eten dan jonge honden. Een oude hond heeft vaker last van overgewicht en dat brengt het risico van hartziektes met zich mee. Door hun voeding aan te passen kan je dit onder controle houden.
Naast voeding blijft ook beweging een belangrijke factor. Je hond opsluiten en of steeds laten liggen laat hem/haar alleen maar meer verouderen. Lichaamsbeweging, aangepast aan de toestand van je hond is een must om je dier gezond en fit te houden. Stem daarom af met je dierenarts hoe vaak of hoe lang je kan wandelen met je hond.
Hou je hond fit, zowel fysiek als mentaal