Om te wandelen moet niet alleen onze houding kloppen. Ook de lijn is hierbij een heel belangrijk gegeven. Er bestaan tegenwoordig heel wat soorten halsbanden en lijnen. Van heel gewoon naar super schattig en mooi maar sommige zijn echt heel ongeschikt om te wandelen met je hond.
Een goede leiband is van leer of harde stof. Deze moet stevig zijn en ook niet te lang. (Maximaal tot 1,5 of 2 meter.) Een goede halsband moet goed op zijn plaats blijven zitten, dus gaan we voor een vaste halsband. Zet de halsband hoog genoeg in de nek om trekgedrag te vermijden. Indien de halsband te laag in de nek zit zal dit onbewust ervoor zorgen dat je hond begint te trekken. Bovenaan de nek zorgt ervoor dat je je hond gemakkelijker kan corrigeren.
Lees ook:
De leider neemt alle initiatief en toont waar we heen gaan. De hond moet een volger zijn. Zorg ervoor dat jij als eerste naar buiten loopt en niet andersom. Vergeet dit ook niet te herhalen bij thuiskomst. De leider stapt als eerste naar binnen.
Welke lijnen gebruik je beter niet:
- Slipketting (zorgt voor angst bij wandelen en zal je hond gaan associëren met pijn)
- Halsbanden met stroomstoten (Zelfde als bij slipketting en kan ook je hond doen schrikken waardoor je geen controle hebt)
- Antitrekriemen (Geen vaste halsband)
- Flexilijnen of rollers (is niet stevig, glijdt gemakkelijk weg als je hond gaat trekken, geen controle over je hond)
- Tuigjes (zorgt ervoor dat je hond trekgedrag gaat vertonen, enkel geschikt voor sledehonden)
Tijdens het wandelen mag er geen spanning op de lijn staan. Je moet je hond kort aan de lijn houden maar wel ontspannen. Een fout dat veel voorkomt is dat mensen de lijn te strak gaan houden. Bij spanning gaan we communiceren met de hond waardoor je trekgedrag kan creëren, of ook opvliegend gedrag kan opwekken. Even kort trekken aan de lijn om je hond te corrigeren volstaat. Indien dit niet helpt kan je u tempo opbouwen of van richting veranderen.